zondag 1 maart 2015

Een wedstrijd, of niet ?

Zondag dus het Marathon schema opgeborgen, maandag alweer vragen die in mijn hoofd spoken ..
Wat nu ? Wel of niet deelnemen aan Antwerpen, tussen een massa van 40.000 lopers ?
Over de afstand maak ik mij alvast geen zorgen, die zit in de beentjes.  Ik maak mij echter enorm veel zorgen over de massa, de organisatie, het hoofd waartussen het nog steeds heen-en-weer gaat.

Via mijn werk krijg ik tijd tot nu woensdag om te beslissen .. Overigens sta ik al veel sneller voor een beslissing want op 15 maart is het de Urban Trail Antwerpen, een loop waarop ik ook ben ingeschreven; heel impulsief zoals met alles .. Aha, ik wil wel eens door zo'n metro-tunnel rennen dus ik schrijf me in .. zonder nadenken. Nadien breken dan de zweetaanvallen uit ... Want deze organisatie heeft het voor mij de vorige keer heel erg verknald.

Dus, maandag hoofdbrekersdag ... Ik besluit tussen de middag de nieuwe Runner's Nederland te lezen en zie een artikel passeren over De Natuurloop van Lier ... Juist ja, een loop waarop een aantal mensen waren ingeschreven. Ik lees het artikel aandachtig en er blijven maar twee dingen hangen "zeer goed georganiseerd" en "relaxed" ... De afstand ? Die is mij compleet ontgaan. Ik maal de rest van de dag verder in mijn hoofd .. Wat ga ik doen met mijn werk in april ?

Dinsdag bestudeer ik alweer Lier en lees ik dat het de laatste dag is om mij in te schrijven. Zonder nadenken schrijf ik mijzelf in, schrijf ik centjes over en hop ... Nu is het van dat ! Op zaterdag 28 februari ga ik opnieuw een officiële wedstrijd lopen, een halve marathon nog wel.  Heel impulsief beslist .. Maar, zijn dat niet de beste beslissingen ?

De rest van de week probeer ik niet te piekeren, ik zie wel wat zaterdag brengt.  Het is een loop in de namiddag, wel spijtig want ik ren liever 's morgens. Langs de andere kant is het dan wellicht wat warmer.  Ik spreek af met vrienden en we gaan samen naar de piste in Lier. Het is er inderdaad gemoedelijk en rustig.  Net zoals vroeger, zorg ik ervoor dat alles klaar ligt de dag ervoor zodat ik niets kan vergeten.  Boterhammen smeren met siroop, voldoende water, bananen, gels en druivensuiker.  Op voorhand heb ik het parcours bestudeerd zodat ik weet waar er drank wordt uitgedeeld en kan rekenen hoeveel drinken ik zelf zal mee sleuren.

Ondertussen heb ik mijn eigen manier van rennen. Bij een loop van 21km, neem ik op 8 en 16 kilometer sowieso een gel en op 5 en 12 en 18 kilometer druivensuiker. Ik zorg er altijd voor dat ik elke vijf kilometer meer dan voldoende drink. Geen idee of het correct is maar het werkt voor mij wel. Ik sta er altijd van verbaasd hoe geweldig die gels werken (of zit dat eerder tussen de oren)?  Dus aan de hand van het parcours ben ik perfect voorbereid ..

Bij de start denk ik niet teveel na. Een aantal rondjes langs de piste om warm te lopen en hop, de start wordt ingezet.  Stond ik het uur ervoor nog te twijfelen om te beginnen, ga ik nu gewoon mee.  In het begin is het wat drummen maar eens we de dijk op zijn, wordt het meteen een lange trein (snelle) lopers.  De vrienden die mee lopen, zitten allen in een loopclub, zijn perfect op elkaar ingespeeld, kennen elkaar en lopen perfect samen op een vaste snelheid, op dat ogenblik rond de 10,5 km/u.
Veel te snel voor mij maar ik wil niet alleen rennen en heb nu al het gevoel dat ik achter in de trein hang.   Het laatste wat ik wil is als laatste loper eindigen op een plaats waar ik mijn weg niet ken.

Van bij de start hol ik achter hun aan; zij lekker taterend met hun drietjes; ik continu denkend "dit trek ik niet".  Elke keer ik hun inhaal, kan mijn hartslag wat omlaag maar ik besef al snel dat ik geen halve marathon aan dit tempo zal vol brengen.  Op de een of andere bizarre reden echter, passeren we het Tien kilometer bordje ... Op voorhand had ik hun gezegd dat ik al blij zou zijn, mocht ik dat samen met hun halen.  Op voorhand had ik ook gezegd dat ik mij dan desnoods wel zou laten zakken naar achteren toe .. Maar wat is dat ? Het is een snelle wedstrijd met allemaal ervaren lopers die wellicht de Natuurloop beschouwen als een stevige marathontraining voor april.  Ik kan mij dus nog steeds niet ontdoen van het idee dat ik écht wel de laatste in de rij ben (wat overigens niet waar is maar kom).

Ik besluit dus te blijven bijten en deel mee dat ik blijf aanklampen tot kilometer vijftien.  Nog steeds aan hun tempo van een stevige tien per uur.  Regelmatig bekijk ik mijn hartslag die dapper tegen de 170 hangt. Ik meen mij ergens vaag te herinneren dat dit niet eens zo slecht is tijdens een wedstrijd (wedstrijd, moi ????), mocht ik niet nog hoger gaan volgens Energy Lab ? Dan ineens, na het op en neer haspelen van een aantal bruggen, krijgen we de man met de hamer ... Het is te zeggen, de weergoden met de hamers ... Vanaf twaalf kilometer krijgen we wind op kop ! Een stevige, felle, ijskoude wind besluit om ons te pesten.

Vanaf nu is het iedereen voor zich.  Elke loper krijgt met deze harde wind te maken, elke loper begint een gevecht tegen zichzelf.  En ik ? Tja, ik vecht al sinds de eerste kilometer en ben dan ook niet van plan op te geven.  De vrienden van de club lopen nog steeds voor mij en kan ik nog steeds aanklampen.  Tot ik opnieuw besluit om wat druivensuiker te nemen en mij gewoon keihard verslik!

Boos, ontzettend boos moet ik even stappen en rustig drinken.  Het is voorbij, zij gaan door, ik hink achterop en kan niet meer mee. Gelukkig ben ik het gewend om alleen te lopen, ik doe niets anders dan alleen kilometers malen en kan het wel aanvaarden dat ik er voor de komende acht kilometer alleen voor sta, het is te zeggen; ik zie het groepje altijd wel voor me maar aanklampen kan ik nooit meer.  Op kilometer vijftien besluit mijn batterij er de brui aan te geven en valt alles uit, telefoon weg, muziek weg maar erger nog .. Afstanden en gemiddelde snelheid weg.  Nog bozer foeter ik op mijn GSM omdat de Mophie mij voor de zoveelste keer in de steek laat.  Ik sla even in paniek want voel mij zo afhankelijk van die mobiel dat ik compleet het noorden kwijt ben.

Op zestien kilometer ongeveer staat een nieuwe drankbevoorrading en zijn de vrienden ook nog aan't drinken. Ik hoor van hun dat ze het ook moeilijk hebben in die stormwind en dat ik mij zeker niet moet schamen voor mijn snelheid.  Ik word geïnformeerd over de afstand, neem twee bekers water en vertrek.  Die vijf extra kilometers zullen nu ook wel lukken.  ik geef hun een vrijgeleide om verder te rennen aan hun tempo en besluit even bij een koppel te blijven waarvan het meisje het ook moeilijk heeft.  Om de zoveel tijd hoor ik hem de afstand zeggen, wat het voor mij ook comfortabeler maakt want ik ben het afstandsbesef kwijt op dat moment.

Op achttien kilometer besluit ik van hun weg te lopen, die laatste kan ik wel alleen af en ik heb ondertussen ook al wel ondervonden dat het voor de meeste lopers lastig wordt.  Sommigen zijn al lang gesopt met rennen en dat geeft mij dan weer een boost om verder te gaan.  Een eind voor mij zie ik de anderen en besef ik dat ik niet eens zo slecht bezig ben. Geen idee van snelheid, tijd, niks, nada.

Uiteindelijk bereik ik de piste en na een laatste rondje ga ik breed glimlachend de finish over in 2u10 (mijn tijd).  Ik besef op dat moment totaal niet wat ik gepresteerd heb.  Ik heb 21 kilometer gemaald aan tien kilometer per uur waarvan acht kilometer in stormweer ... Maar belangrijker nog; ik heb een officiële loop afgelegd, samen met andere lopers, ervaren lopers, snelle lopers ... Ik ben terug een renner! Sinds september 2013 ben ik alleen maar bezig geweest met herstel ... Leren bewegen, leren buigen, leren steunen, leren stappen, leren fietsen, leren wandelen, leren joggen ... Ik die nooit meer zou lopen, l o o p ... r e n zelfs ...

(de foto is overigens niet mijn wedstrijdfoto, ik wacht nog op die breed glimlachende foto)


1 opmerking:

  1. Super, een oprechte proficiat! Ik heb mijn eerste Ten Miles achter de rug en het is de bedoeling dat ik over enkele maanden een halve marathon meedoe. Zulke verhalen als die van jou inspireren me. Ik geloof zeker niet dat alles mogelijk is, maar ik begin wel te geloven dat je alles op zijn minst eens kan proberen.

    BeantwoordenVerwijderen