DE SOEPMIE

Het is woensdagochtend, negen uur, Mieke Dumortier trapt de dag in gang. Dat is hard trappen, want haar zware bakfiets zit vol Italiaanse bonensoep, oosterse wortelsoep en chili sin carne. Bovendien vriest het putten in de stenen en staat er een snijdende wind. En alsof dat nog niet genoeg beproeving is, moet Mieke tussen het ademen en puffen door ook honderduit praten, want ik hang in haar wiel en wil haar hele verhaal horen.

Mieke is de Soepmie. Een Antwerps fenomeen. Anderhalf jaar geleden begon ze, vanuit haar minuscule keukentje in haar appartement in Antwerpen-Noord, aan een soepronde. Ze had orthopedagogie gestudeerd, met verslaafden en met jongeren gewerkt, zeven jaar bij Randstad meegedraaid als consulente, en plots was daar dat idee voor een ecologisch soepbedrijfje. Biogroenten, bakfiets, herbruikbare verpakkingen. Mieke lanceerde haar website en hop, een deel van haar voormalige Randstadklanten - haven- en modebedrijven - werd soepklant. Ze zitten nog altijd in haar ronde. Maar intussen is die ronde zo lang geworden, dat Mieke iemand in dienst moet nemen om een deel van de leveringen over te nemen. Ze heeft meteen ook een oud apothekerspand gehuurd en is er een grotere keuken aan het inrichten, met een klein eethuisje erbij.

Ik fiets mee in haar laatste week als eenmansbedrijfje. Vaststelling: veel mensen gaan haar missen als ze straks niet meer dagelijks persoonlijk haar soep komt uitschenken. Want Mieke verkoopt niet alleen gezonde en verrassend smakelijke soepen. Ze verkoopt ook elke dag een glimp van haar goedgemutste zelf.

Themafietstocht: personeelskeukentjes

Maar eerst stel ik nog iets anders vast: deze soepronde wordt een rondleiding door een stukje Antwerpen dat ik nog niet kende, ook al woon ik al langer in deze stad dan Mieke. Mieke kent de beste binnenwegen voor fietsers. Maar ze kent vooral de binnenkant van kantoren die voor anderen alleen een naamplaatje en een brievenbus zijn. Gladde, grote kantoren in de nieuwe torens van 't Eilandje. Kantoren van het modemerk A.F. Vandevorst, in een oud pakhuis. Kantoren in een herenhuis aan de Leien, en in de riante woonwijk achter de Jan Van Rijswijcklaan. Co-workingkantoren waar laptopzelfstandigen elkaars warmte zoeken, in hip gerenoveerde oude fabriekjes. Nergens moet Mieke zich aanmelden bij de receptie, overal slingert ze geroutineerd door de gangen, naar de personeelskeukentjes waar kookpannetjes of plastic bakjes staan te wachten op haar soep.

Sommige klanten delen een pan met hun collega's. Sommige collega's hebben elk hun bakje, met hun naam erop. Mieke vindt het allemaal goed. Zolang er iets klaarstaat om de soep in uit te gieten, blijft de ecologische opzet overeind. Haar klanten kijken tevreden toe terwijl het soepritueeltje zich voltrekt. Soms denk ik dat ik iemand zachtjes hoor spinnen.

Negen minuten per levering

Mieke lijkt nooit gehaast, maar ze heeft een dwingend schema in haar hoofd. Gemiddeld kan ze negen minuten aan elke levering besteden. 'Ik probeer het een beetje te spreiden: de ene dag wat langer blijven plakken bij de ene klant, de volgende dag wat meer babbelen bij de andere.' Komt ze nooit in de verleiding om de soep gewoon aan de receptie af te geven? 'Nee, dat past niet bij de Soepmie. Het persoonlijke contact is belangrijk, voor de klanten en voor mij. Je zou het blijde weerzien moeten meemaken wanneer ik terugkeer uit vakantie. Wel een goede job voor mijn ego, hoor.'

En voor haar kuiten, die van al dat rondtrappen toch stilaan iets bovenmenselijks moeten vertonen? 'Ach, dat loopt niet zo'n vaart. Ik was hiervoor trouwens ook al heel sportief. En ik hoop binnenkort, als de fietsronde is opgeknipt, weer te kunnen gaan lopen. Eindelijk trainen voor de Ten miles.'

Het is een heel eind trappen naar een nieuwe klant, maar die wil veel soep kopen, dus dat mag wat moeite kosten. Het architectenbureau Osar zal twee keer per week een hele emmer inslaan, voor al het personeel. Maar eerst wil iedereen proeven, om er zeker van te zijn dat de Soepmie beter is dan de vorige leverancier. Mieke geeft de assistentes uitgebreid uitleg bij haar soepen - nooit vis of vlees, weinig vet, geen toegevoegde bindmiddelen. Ze knikken goedkeurend: geen soep meer met vetkorst, alvast een vooruitgang.

Bij de commerciële afdeling van het kousenmerk Wolford - vier aparte plastic bakjes en een complexe puzzel met kleingeld - komt een van de dames nog snel vragen of er een extra zakje brood bij kan. 'Ik wou het weglaten om te vermageren, maar toch.' Geen probleem, zegt Mieke, en ze zoeft nog even de trap af naar haar bakfiets. Wat een engel.

Dromen van Portugal

En daar slingeren we alweer door een prachtige straat waar ik nooit eerder geweest ben. 'Ik neem niet altijd de kortste weg, soms verkies ik de beste fietsweg.' Enkele maanden geleden werd haar bakfiets op de hectische Turnhoutsebaan meegesleurd door een aanhangwagen - zij bleef ongedeerd, de fiets bijlange niet. 'Daarna zat ik wel even met de schrik.'

Niemand fietst zo defensief als Mieke. En om de positieve vibe volledig door te trekken, betaalt ze ook nog eens al haar belastingen en taksen, een curiosum in de horeca. 'Wanneer je een horecazaak begint, zegt iedereen dat je in het zwart moet werken om te overleven. Ik dacht, laat ik het eens proberen in het wit. En kijk, het lukt wel. Bij Randstad verdiende ik meer, maar daar gaat het niet om.'

Later, als we uitgeput en verkleumd naar haar appartement terugrijden, zegt Mieke bij het stoplicht waar het dan wel om gaat. 'Eigenlijk is het mijn droom om vijf kinderen te hebben, in Portugal te wonen en elke dag een lange tafel te dekken voor ons allen.' Ze moet erom lachen. 'Het zit er voorlopig nog niet in, maar we komen er wel.'

Nachtelijke soepstress

Je vraagt je voortdurend af hoe de Soepmie het allemaal volhoudt. En tegelijk zou je precies hetzelfde willen doen, precies op haar manier. Ze kent die aanstekelijkheid intussen: 'Er zijn veel mensen die voor mij willen werken.'

Terwijl ik groenten help te snijden voor de volgende dag, checkt Mieke geregeld haar e-mails. Er loopt nog een laattijdige bestelling binnen, waarvoor ze even moet terugbellen: er is nog maar één soort soep waar ze extra porties van kan maken. Van de architecten krijgt ze echter geen reactie. Ik stel haar gerust: het is echt heel lekkere soep. Maar ze stuurt toch even een berichtje naar Osar. Waar de soep al lang opgelepeld en goedgekeurd is, zo blijkt snel. Oef.

Mieke haalt herinneringen op aan haar eerste soepdagen, toen ze er nog niet echt een idee van had hoe ze zich in haar keukentje moest organiseren. Diep in de nacht stond ze nog soep te maken, tot ze van pure wanhoop niets meer proefde. Straks kost het vast weer slaap, zweet en tranen om met amper budget haar nieuwe keuken annex soepbar in te richten. Maar kijk, ze heeft al heel leuk vintage behangpapier laten bezorgen, met seventiesgroene motieven. 'Pas nadat ik het had aangekregen, zag ik dat er een S-vorm in zat, de S van Soepmie.' En van supervrouw.
LOVING HUT EXPRESS

Zo koud kan een vuurdoop zijn

Zaterdagochtend, elf uur. Zurenborg, de Antwerpse buurt van bakfietsmama's en familiale brasserietjes, ligt er besneeuwd en doods bij. Het is te koud en te glad om buiten te komen, de sneeuw is niet eens plakkerig genoeg voor een sneeuwman. Maar ik heb afgesproken met Tino Don Porto Carero, die zijn Loving Hut Express vandaag zijn vuurdoop geeft op de Draakplaats. Tino is een vegetarische kok, Loving Hut Express is zijn nieuwe eetkraam, dat knalgeel afsteekt tegen het witte plein. Over een halfuurtje ritst hij de deur open van zijn voortentje, in de hoop dat er toch wat dappere klanten opduiken.

Maar eerst zijn er onvoorziene omstandigheden te bekampen. Geraspte bietjes en wortelen voor tussen de veggieburgers: bevroren. Hamburgerbroodjes: bevroren. Bakolie: bevroren. Water: bevroren. Allemaal net iets te lang in de onverwarmde trailer gestaan. Tino speurt de gevels af naar een deur waar hij kan aankloppen voor een emmertje water. Gelukkig ken ik in de buurt een vrolijk kapsalon, dat mij en Tino's emmer ontvangt als waren we Jozef en Maria in hoge barensnood. Enfin, we mogen zoveel water nemen als we willen.

Eerste klant: een chauffeur van De Lijn, die vlakbij haar kantoren en stelplaats heeft. Hij heeft zijn gebruikelijke broodjeszaak gesloten aangetroffen, 'misschien ook bevroren waterleidingen daar'. Dan maar een veggieburger. Tweede klant: een bekende van Ger, Tino's kookhulp. Ook een veggieburger. En ook de volgende lunchklanten kiezen voor de veggieburger. Behalve de behulpzame kapsters, die willen noedels.

Tino's burger is een crowdpleaser: genereus en vlezig, met cocktail- of tartaarsaus. De burger komt uit een Brits fabriekje, de saus uit Tino's keuken. Eigenlijk zit er meer Tino in de andere gerechten op de kaart: zachte, weldadige soep. Volledig plantaardige muffins. Noedels die hij wokt op de manier van een Taiwanese vriend. Curry volgens het recept van zijn Thaise vrouw.

De keuken van een wereldreiziger

Tino's koksloopbaan begon met reizen. Eerst trok hij naar India, waar hij woonde en werkte in een ashram, een spirituele gemeenschap. Daarna ging het naar China en Taiwan. Toen besloot hij te gaan studeren in New York, aan een van de enige scholen ter wereld die een koksopleiding bieden in de vegetarische en heilzame keuken. Zijn kookstijl: een beetje Azië, een beetje macrobiotiek, de wereldkeuken die hij in de vingers kreeg toen hij ging werken in de betere veganistische restaurants van New York.

Na zijn terugkeer werd hij vegetarische traiteur en kookleraar. Maar dat is een onzeker beroep, zegt hij, met telkens wisselende omzetten. Niet ideaal als je een jong gezin hebt. 'Met het kraam wil ik wat zekerheid inbouwen, maar toch de vrijheid behouden die een restaurant niet biedt. Volgende winter wil ik gewoon kunnen sluiten als het te koud wordt, en naar Thailand vliegen voor een paar maanden. Dat zou van een restaurant nooit aanvaard worden.'

Goede, ondernemende koks die een kraam verkiezen boven een vast adres zijn niet overal zo zeldzaam. Kramen met funky fastfood steken elkaar naar de kroon in Los Angeles, New York en alle steden die in hun zog varen. Ze krijgen recensies in de krant en awards met blitse prijsuitreikingen. Dat stimuleerde ook avontuurlijke Londenaars om het strenge vergunningenbeleid van hun stad te trotseren en een een swingende alternatieve streetfoodscene uit te bouwen. Sommige eetkramers doen het vanwege de kleinere investering. Andere voor de ongebondenheid. Of uit idealisme. Een eetkraam heeft geen drempel. Het maakt van de straat zelf een restaurantje.

Veggieburgers voor de vrede

Bij de bewoner van een loving hut stel je je toch al snel een wat wazige hippie voor die niet elke dag aan koken toekomt. Tino heeft die naam dan ook niet zelf verzonnen. Loving Hut is een wereldwijde keten met franchises, kramen maar vooral vaste restaurantjes. Leuven heeft zo'n Loving Hut en binnenkort Maastricht ook. De bakermat van al dat lekkers is Taiwan.

Voor de andersglobalist in u gaat steigeren: Loving Hut is geen gewone commerciële keten. Het is een onderdeel van een soort meditatiebeweging, die de leer volgt van 'Supreme Master' Ching Hai (een vrouw die in Amerika weleens 'de boeddhistische Martha Stewart' is genoemd, maar dat is vast kort door de bocht). En voor de antireligieus in u gaat steigeren: Loving Hut draagt slechts de vredelievende gedachte uit dat je geen dieren hoeft te doden om goed te eten. 'Ik bepaal zelf wat ik op het menu zet en moet de keten niet eens betalen om de naam te gebruiken', zegt Tino. 'Dat mág, wanneer ik winst zou maken. Maar het is niet verplicht.'

Vandaag dringt het winstdilemma zich alvast niet op: je moet er net iets te veel lichaamswarmte voor overhebben om de Loving Hut op dag één al te savoureren, en de lunch blijft mak. Ik klamp me nog even vast aan een dampende veggieburger en rep me dan verkleumd naar huis. Kou kan een mens krankzinnig maken, bedenk ik terwijl ik met enig pathos mijn warme huis binnen strompel. Maar Tino, die zijn kraam nog tot acht uur 's avonds openhoudt, zal niet krankzinnig worden. Daarvoor is hij te zen.

Als kind koesterde ik de fantasie dat ik een briefje van vijfhonderd frank op straat zou vinden. Later veranderden mijn prioriteiten en droomde ik ervan om op een dag plots een liefdevol vegetarisch eettentje aan te treffen in de stad. 's Morgens vroeg de vrieskou trotseren, het wordt wel degelijk beloond.

Loving Hut Express staat op dinsdag van 17 tot 20 uur en op zaterdag van 11.30 tot 15 uur en van 17 tot 20 uur op de Draakplaats in Antwerpen,www.vivavega.be

Bestellen bij de Soepmie kan op www.soepmie.be. Op 21 februari opent ze ook een eethuisje, Oranjestraat 94, Antwerpen.